Day of Pentecost

Nu we aankomen bij de bijbelse feestdag van Sjavoeot, of het Wekenfeest, is er een waardevolle les die ons kan leren over geduld in deze lange, moeilijke oorlog waarin Israël zich nu bevindt. De intense strijd tegen Hamas in Gaza is nu meer dan acht maanden oud. We tellen de dagen sinds het conflict uitbrak en meer dan 250 Israëli’s werden gegijzeld. We verlangen ernaar dat de oorlog voorbij is en dat Israël als overwinnaar uit de strijd komt. We bidden in het bijzonder voor de veilige terugkeer van alle gijzelaars en zijn enorm dankbaar dat vier Israëli’s de afgelopen dagen uit Hamas-gevangenschap zijn gered. Maar we kunnen ongeduldig worden door het trage tempo van de oorlog en de manier waarop God onze gebeden niet zo snel heeft verhoord als we misschien hadden gewild.

Shavuot at Mount Sinai

Sjavoeot viert het geven van de Wet aan Mozes op de Sinaï. Het markeert het moment waarop de twaalf stammen van Israël één natie werden en de verplichtingen van Gods geboden aanvaardden. Ze gingen ook onder de chuppah (baldakijn) van het huwelijk om te zweren dat ze alle andere goden zouden verlaten en alleen de Here God zouden aanbidden.

Sjavoeot is verbonden met de andere voorjaarsfeesten van Pesach, het Feest van Ongezuurde Broden en het Feest van de Eerstelingen door het tellen van de omer. De Heer droeg Israël op om vijftig dagen (zeven weken plus één dag) af te bakenen van Pesach tot Sjavoeot door elke dag een maat omer of graan te tellen totdat de vijftig dagen voorbij waren.

Voor christenen staat Sjavoeot ook bekend als Pinksteren, wat vijftig betekent en die geweldige dag in de eerste eeuw markeert toen de kerk in vuur werd geboren. Het tweede hoofdstuk van Handelingen vertelt ons: “Toen de Pinksterdag ten volle was aangebroken, waren zij allen eensgezind op één plaats. En plotseling kwam er een geluid uit de hemel, als van een ruisende, machtige wind, en het vulde het hele huis waar ze zaten. Toen verschenen hun verdeelde tongen, als van vuur, en op elk van hen zat er één. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen in andere tongen te spreken, zoals de Geest hun had uitgesproken.” (Handelingen 2:1-4)

Jezus had Zijn volgelingen gezegd dat ze in Jeruzalem moesten blijven totdat ze bekleed zouden worden met kracht uit de hoogte (Lucas 24:49). En inderdaad, de Geest van God viel precies op tijd op de 120 discipelen! Het tellen van de omer was voltooid en op dat moment daalde de Heilige Geest neer om in hen die in Jezus geloofden te gaan wonen.
Nu weten we dat God buiten de tijd en de beperkingen van deze wereld staat. Toch denken we vaak dat Hij geen besef heeft van tijd zoals wij die kennen. Het verhaal van Pinksteren laat ons echter weten dat Hij een perfect gevoel voor timing heeft. Sjavoeot is een moed, een vastgestelde tijd op Gods kalender, een van de drie grote bedevaartsfeesten waarop Israëlitische mannen zich in Jeruzalem voor de Heer moesten presenteren. Het was als een afspraak met een arts, of een vaste vergadertijd op de kalender. En God was altijd trouw om te verschijnen als ze dat deden. De volgelingen van Jezus hadden zich dus aan de afspraak gehouden door in Jeruzalem te wachten en samen te komen in gebed en eenheid, en de Heer eerde hun trouw.
Dit vertelt ons dat God weet hoe Hij de dagen moet tellen. Hij is altijd op tijd om Zijn doelen en plannen te voltooien. En we hoeven alleen maar geduld met Hem te hebben terwijl Hij de dingen op Zijn manier aanpakt.

De apostel Paulus schreef: “Toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God Zijn Zoon uit, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet …’ (Galaten 4:4); een soortgelijke tekst staat in Efeziërs 1:10.

Toen God Zichzelf op de Sinaï aan Mozes openbaarde, beschreef Hij Zijn natuur en karakter als zijnde “barmhartig en genadig, lankmoedig en overvloedig in goedheid en waarheid…” (Exodus 34:5-6). Hier leren we dat God lankmoedig is. Hij vliegt niet zomaar uit de bocht bij onze zonden. Elders wordt ons verteld dat Hij “langzaam tot toorn” is. (Joël 2:13; 1:2). We moeten God allemaal danken dat dit zo is, want we zouden er al lang niet meer zijn geweest als God zo snel zou oordelen.

Vaak spreekt de Bijbel over God Die wacht tot de zonde rijp is voor Zijn rechtvaardige oordeel. De Heer zei tegen Abraham dat de kinderen van Israël in slavernij in Egypte zouden lijden totdat de ongerechtigheid van de Amorieten compleet was (Genesis 15:16). Sommige geleerden brengen dit in verband met hun uiteindelijke praktijk van het offeren van kinderen aan de god Molech. Daniël 8:23 spreekt over een soortgelijke tijd “wanneer de overtreders hun volheid hebben bereikt …”

Aan de andere kant wacht God vaak geduldig tot een volk of natie zich bekeert en deel gaat uitmaken van de familie van de verlosten. Paulus zinspeelt hierop in Romeinen 11, over zowel een volheid van verloste Joden (vers 12) als een volheid van verloste heidenen (vers 25). Dank God dat Hij lang genoeg heeft gewacht voor jou en mij om gered te worden.
Je kunt je afvragen hoe lang we nog geduld met God moeten hebben. Jakobus zei: “Daarom, broeders, hebt geduld tot de komst van de Heer …” (Jakobus 5:7)

Geschreven door David Parsons, ICEJ woordvoerder
Fotografie: torah.org, christian.net