Bereid de weg – deel 2
Publicatiedatum - 03/08/2020Door: Jurgen Buhler
Maleachi is het laatste Bijbelboek in onze christelijke Bijbel. Deze profeet representeert de allerlaatste woorden van het Oude Testament-tijdperk. Sommige theologen noemen de volgende 400 jaar de tijd van ‘stilte’, toen God niet meer sprak tot de tijd dat Zijn zoon Jezus kwam. Het Oude Testament eindigt met de woorden: “Zie, Ik zend tot u de profeet Elia, voordat de dag van de Heere komt, die grote en ontzagwekkende dag. Hij zal het hart van de vaders tot de kinderen terugbrengen, en het hart van de kinderen tot hun vaders, opdat Ik niet zal komen en de aarde met de ban zal slaan.” Mal. 4:5,6.
Dit is de tweede ‘Ik zal zenden’ boodschap in het boek Maleachi. Reeds in hoofdstuk 3:1, verklaart God: “Zie, Ik zend Mijn engel, die voor mij de weg bereiden zal.” – een duidelijke aanwijzing naar Johannes de Doper, Mat. 11:10. Aan het eind van het boek, zegt God nogmaals: “Zie, Ik zend!” – een verwijzing naar een ander facet van de bediening van Johannes de Doper, die in de geest en de kracht van Elia kwam, Luk. 1:17.
Hier zijn twee onderliggende principes werkzaam die de bediening van Elia kenmerkten: Allereerst, het is een initiatief van God. Het is geen menselijk plan, maar God zegt: “Ik zal het doen!” Dat geeft ons hoop, want het is niet afhankelijk van mensen maar van God, waarbij succes is gegarandeerd! We moeten alleen aansluiten aan het grote plan van God. Ten tweede, heeft de bediening van Elia maximale aandacht nodig. Maleachi waarschuwt dat het succes van deze Elia-figuur belangrijk is, anders zal God het ‘land treffen met de ban.’ Dit betekent dat we het belang van deze Elia bediening in de eindtijd niet kunnen onderschatten; niet enkel voorgangers of leiders, maar ieder lid van het lichaam van Christus dient zich te onderwerpen aan de hemelse agenda.
De missie van Elia lijkt onverwacht. De roeping van Elia is geconcentreerd op familierelaties. Hij zal het hart van de vaders terug doen keren naar hun kinderen en het hart van de kinderen naar hun vaders. Vaders en zonen. Moeders en dochters. Het gaat om de generaties en de familierelaties wat bij God van belang is.
In onze individualistische Westerse samenleving, verliezen gezinnen hun belang. De familiestructuur staat vandaag meer dan ooit onder druk. Zelfs de politiek van veel regeringen ondermijnen het Bijbelse concept van goddelijke gezinnen, van een vader en moeder die hun kinderen opvoeden. Het Bijbelse voorbeeld van man en vrouw staat onder druk. Echtscheidingen verbreken records. Ondertussen was de baarmoeder eeuwenlang het symbool van veiligheid, en is nu de meest onveilige plek geworden voor een ongeboren kind. Miljoenen baby’s worden in de moederschoot gedood, voordat ze een kans hadden om te leven.
De relaties tussen vaders en zonen, tussen God de Vader en Zijn kinderen kan gezien worden vanuit drie verschillende niveaus die allen van toepassing zijn op ons leven.
- Persoonlijke familie roeping
Toen God Abraham riep om een zegen te zijn voor de wereld en een vader te zijn voor een volk dat redding en geloof zou brengen tot het eind der wereld, maakte God duidelijk dat deze zegen niet alleen voor individuen is. God verklaarde: “In u zal ik alle geslachten van de aarde zegenen.” Gen. 12:3
Het is belangrijk hierbij van belang te weten dat de bedoeling van God in de roeping van Abraham dat dit ook om zijn eigen gezin zou gaan: “Want Ik heb hem uitgekozen, opdat hij aan zijn kinderen en zijn huis na hem bevel zou geven om de weg van de Heere in acht te nemen, door gerechtigheid en recht te doen, opdat de Heere over Abraham zal brengen wat Hij over hem gesproken heeft.” Gen. 18:19. Het is essentieel dat de roeping van Abraham niet voor hem individueel was, maar God zag de familieband in de generaties als centrum in zijn roeping.
Ongetwijfeld is het Joodse volk vandaag een voorbeeld voor de wereld van een geloof en een traditie die niet alleen individueel gehouden moet worden, maar het wordt doorgegeven aan de volgende generatie middels studie en ceremoniën. Het eerste boek wat in de gezinnen wordt gelezen is Leviticus en de besnijdenis is een familie gebeurtenis.
Al dit is niet veranderd toen men in het tijdperk van het Nieuwe Testament kwam. Vaak horen we dat hele gezinnen en huishoudens gered werden en gedoopt werden. Toen God Cornelius riep, de allereerste heiden die het geloof ontving, beloofde God hem: “u zult gered worden en uw hele huis.” Hand. 11:14. Paulus gaf dezelfde belofte door aan de gevangenbewaarder van Filippi: “u zult gered worden met uw hele huis.” Hand. 16:31.
Mijn eigen familie heeft dit ervaren, toen God zo’n 80 jaar geleden de Bühler familie binnenkwam. God raakte soeverein mijn grootmoeder aan, en haar hele gezin werd gered. Deze zegen gaat door in de kinderen en de kleinkinderen.
Wanneer u dit leest, vraag ik u om geloof te hebben in God niet alleen voor uw eigen redding, maar voor uw hele gezin. God wil ‘alle geslachten van de aarde’ zegenen.
Dit betekent in het bijzonder voor vaders, dat u uw taak als priester in het gezin serieus moet nemen. De priesterlijke taak is om te bidden voor uw kinderen en hen onderwijzen in de wegen van God. Laat deze belangrijke taak niet over aan de zondagsschool. Vaders zijn de belangrijkste rolmodellen in het leven van een kind.
Natuurlijk geldt dit ook voor moeders en kinderen. Nu ik die schrijf, heb ik nog steeds rouw over mijn pas overleden moeder. Mijn beide ouders waren rolmodellen voor mij, in hoe zij met de heer wandelden. Maak een beslissing zoals Jozua deed: “Ik en mijn huis, wij zullen de Heere dienen.” Joz. 24:15.
Ook geldt dit gedeelte voor de kinderen. God heeft de relatie tussen kinderen en hun ouders in het centrum van de Tien geboden geplaatst: “Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Heere uw God u geven zal.” Ex. 20:12. Paulus maakt hierbij een punt, dat dit gebod het eerste gebod is met een belofte – een lang leven hebben. Hij herinnert ons er ook aan dat in de laatste dagen deze Bijbelse norm wordt ondermijnd, wanneer kinderen ongehoorzaam zullen worden aan hun ouders, Rom. 1:30. Als kinderen, zijn we geroepen om onze ouders te eren, ondanks hoe zij zijn!
Veel meer kan hierover gezegd worden, maar er is een ander niveau van de bediening van Elia, om herstel te krijgen.
- Het geloof van onze vaders
Er is een andere relatie rond vaders, namelijk in het ‘geloof van onze vaders’. In Maleachi 2:10 geeft God aan dat Israël het ‘verbond van de vaders’ vergeet.
Nu is het geloof in de Bijbel een geloof in nieuwe dingen. Het is een geloof waar iedere generatie hun weg moet vinden om God te dienen. God herhaalt steeds weer door de profeten dat Hij ‘iets nieuws’ gaat doen, Jes. 42:8; 43:19. Hij waarschuwt de mensen die alleen de bekende dingen doen vanuit traditie, Jer. 48:11.
Tegelijkertijd moet verandering niet ons fundament van ons geloof ombuigen, zoals dat openbaar wordt in het Woord van God. Iets wat nooit veranderd zijn de Bijbelse waarheden, omdat God niet veranderd. Onze manieren van communicatie, van muziek en liturgie kunnen veranderen, maar de boodschap kan zelf niet veranderen. Wat God zonde noemt tweeduizend jaar geleden, is nog steeds zonde. Wat God rechtvaardig noemt in de Bijbel is vandaag niet onrechtvaardig geworden.
Kerken en gelovigen doen er goed aan om hun oriëntatie te hebben op de vroege kerk in Jeruzalem, het model gevormd door de eerste apostelen. De vier grote principes van de vroege kerk – onderwijs van de apostelen, gemeenschap, breken van het brood en de gebeden – zijn onlosmakelijk verbonden met iedere kerk of gemeenschap die de hand van God wil zien bewegen over hen. Daarom is Israël en haar profeten geroepen om: “Luister naar Mij, u die de gerechtigheid najaagt, u die de Heere zoekt… Aanschouw Abraham, uw vader, en Sara, die u gebaard heeft.” Jes. 51:1f
Deze waarheden hebben 200 jaar geleden opwekking gebracht, wat nu niet veranderd is. Bekering en gebed zijn vandaag nog steeds essentieel. Het is geen gemakkelijke instant opwekking voor onze moderne levensstijl. Het leven van John Wesley, George Whitefield, William J. Seymour of Reinhard Bonnke mag anders zijn in stijl, maar ze dragen allemaal het DNA van een heilig en toegewijd leven aan Jezus. Het ruwhouten kruis is nog steeds oud en uw. Maar als we daaraan vasthouden en dit proclameren, dat zal het kruis zijn kracht laten zien en fris voor onze post-moderne wereld.
De roeping van Elia is om de oude bronnen die lang dichtgestopt waren, te openen, zodat ze weer fris en levend water mogen geven. Dit gebeurde toen Elia het altaar van God weer ging inwijden wat in puin lag, 1 Kon. 18:30.
Fundamenten zijn belangrijk voor ons geloof, dat het hemelse Jeruzalem onwankelbaar is en ene betrouwbaar fundament is voor de twaalf apostelen, en de twaalf poorten van de stad zijn nog ouder omdat ze de namen dragen van de twaalf stammen van Israël.
Het is waarschijnlijk om deze reden dat de engel tegen Zacharia, als een citaat uit Maleachi 4:5: “Hij zal in de geest en de kracht van Elia gaan, om het hart van de vaders te buigen naar de kinderen en de ongehoorzaamheid naar de wijsheid van de rechtvaardige, om een generatie gereed te maken voor de Heer.” Luk. 1:17. Johannes de doper kwam in een generatie die het heel erg nodig had om terug te keren naar de oude principes van God. Zij waren afgedwaald, zodat de engel hen ‘ongehoorzaam’ noemde. De hoofdboodschap van Johannes was daarom één van bekering. Deze ‘bekering’ is in het Hebreeuws zowel omkering als terugkeren in de richting van waar je kwam.
De geest van Elia geeft aan dat er hoop en verwachting is voor opwekking met tekenen en wonderen, maar het geeft ook aan dat radicaal toegewijde gelovigen gaan wandelen op de wegen van hun vaders en daarin nieuw land zullen ontginnen!
- De vaders van ons geloof
Een derde uitwerking hangt samen met een gebied waar de Kerk altijd mee heeft geworsteld. Dat is de relatie met het Joodse volk.
Wanneer je een concordantie openslaat, dan zie je snel dat het woord ‘vaders’ in het Nieuwe Testament op een bepaalde manier gebruikt wordt. Van de 57 referenties gaan er 50 over de vaders van Israël. Daarom, “de God van Abraham, Izaäk en Jakob, de God van onze vaders.” Hand.3:13. ‘Uw vaders aten het manna in de woestijn’ Joh. 6:49. ‘De Heilige Geest sprak door Jesaja tot onze vaders.’ Hand. 28:25. In totaal 50 Nieuw Testament passages gaan over Israël en het Joodse volk uit het Oude Testament. Paulus verklaart dan ook over Israël, ‘uit hen zijn de vaders’. Rom. 9:5
Dat betekent dat Israël in alle generaties – van Abraham tot Mozes en de profeten – gezien moeten worden als onze vaders. Dit is een traditionele uitleg voor Israël, dat zelfs de Talmoed een heel boek als titel heeft ‘de spreuken van de vaders’.
Wellicht denkt u dat dit alleen voor de goede vaders uit Israël geldt, zoals Abraham, Mozes, etc. Maar in 2 Nieuw Testament gedeelten zijn hierbij van belang. In Handelingen, Paulus en Stefanus hebben te maken met een vijandige menigte. Beide preken tegen hen voordat ze gestenigd worden. En beiden noemen hen: “Broeders en vaders, luister…” Hand.7:2; 22:1. Dit herinnert ons aan wat Paulus zegt over Israël: dat toen zij nog vijanden waren van het Evangelie, dat zij ‘geliefden zijn om de vaders’ Rom. 11:28
Verder zien we in het Nieuwe Testament dat de Kerk wordt gezien door Jezus als ‘kinderen’ Joh.21:5 en Paulus en Johannes noemen de Kerk met ‘kinderen’ Gal.4:19; 1 Joh.2:1
Dit betekent dat de relatie van de Kerk tot Israël gezien kan worden als die van vaders naar kinderen. In de recente uitspraken van de Paus horen we dat het Joodse volk ‘onze oudste broeder’ is. Het zou niet fout zijn om hen onze vaders te noemen. Dat is hoe de apostelen hen noemden.
Het Christendom is geboren uit het verbond tussen God en Israël. Vandaar dat ons geloof gegeven is door de Joden. Onze Bijbel is geschreven door Joden – Joodse patriarchen, profeten en apostelen wijzen op de Joodse Messias, die in de hemel nog steeds ‘Leeuw van Juda’ wordt genoemd. Vandaar dat Jezus tegen de Samaritaanse vrouw zegt dat “verlossing is door de Joden.” Joh.4:22
Vandaar dat onze relatie als Kerk met Israël net zo belangrijk is als tussen vaders en kinderen. Natuurlijk geldt dit ook omgekeerd. Maar het is voornamelijk de Kerk die haar vaders niet geëerd heeft. Het wordt tijd om hiervan te bekeren en de ‘vrucht van de bekering’ te laten zien, zoals Johannes de Doper aangaf.
Deze Elia bediening is een eindtijd bediening, waarom geen gelovige of Kerk de verhouding met Israël kan ontkennen in deze tijd. Ik geloof dat de eindtijd Kerk, de Bruid van Christus, zich niet kan afkeren van de familielijn van Jezus, het Joodse volk. De geest van Elia dringt ons om een goede relatie met de vaders te krijgen.
Deze relatie is onvoorwaardelijk en kan niet afhangen hoe goed zij zijn, alleen als zij geloven wat wij geloven, of wanneer de regering van Israël een perfecte regering is. In het natuurlijke zijn onze vaders niet perfect, en toch hebben we de opdracht om hen te eren. Hetzelfde geldt voor Israël. We moeten hen eren, liefhebben en zegenen.
De geest van Elia zal ons helpen en onderwijzen om in een juiste relatie met Gods volk te komen en met het land van Israël welke God aan hen beloofd heeft als een eeuwigdurend verbond. Anders, waarschuwt Paulus, worden we geraakt in de wortel van onze bestaan – en dat kan fataal zijn, Rom. 11:26f. In het licht van het vijfde gebod, mogen we een zegen verwachten wanneer wij onze vaders en moeders eren.
Het thema van het Loofhuttenfeest dit jaar is ‘Bereid de weg’, wat samenhangt met de Geest van Elia. Het gaat om herstel in families. Dit is belangrijk voor God omdat het geworteld is in de natuur van God. Hij is onze Vader! En zijn vaderlijke zorg wordt krachtig zichtbaar in de profetie van Maleachi:
“Een zoon eert zijn vader, en een knecht zijn heer. Als Ik dan een Vader ben, waar is de eerbied voor Mij? En als Ik een Heere ben, waar is de vrees voor Mij zegt de Heer van de legermachten tegen u…” Mal.1:6 God eren als onze Vader, onze natuurlijke vaders eren, verbonden zijn met het geloof van onze vaders en het eren van onze vaders in het geloof – dit allemaal heeft te maken met het uitstralen van Gods karakter in ons leven.
Laten we daarom God uitnodigen om de Geest van Elia over ons uit te storten en over onze landen. Laten we bidden voor het Loofhuttenfeest, dat dit woord gehoord zal worden als een duidelijke oproep voor de wereld. Laten we ‘de weg bereiden’ voor de Heer!