“‘Niet door macht noch door kracht, maar door Mijn Geest’, zegt de Here der heerscharen.” (Zacharia 4:6)

Het thema van het Loofhuttenfeest van dit jaar komt uit een profetische uitspraak van Zacharia in de vroege dagen van Israëls herstel in het Land na de Babylonische ballingschap. Zoals vermeld in eerdere edities van ons tijdschrift Woord uit Jeruzalem, moest het Joodse overblijfsel dat terugkeerde uit Babylonië Jeruzalem herbouwen met een troffel in de ene hand en een zwaard in de andere, vanwege de lokale Samaritaanse tegenstand. Maar ze hadden een geschreven decreet van Cyrus, de welwillende Perzische keizer, dat hen toestond om hun Tempel in Jeruzalem te herbouwen. Cyrus gaf hen zelfs geld voor deze taak en gaf hen een deel van de gouden en zilveren schatten terug die uit de geplunderde Tempel waren meegenomen.

Het boek Ezra vertelt ons dat deze Joodse repatrianten eerst aan de slag gingen om het altaar van de Heer te herbouwen en daarna de Tempel zelf. Maar al snel kwamen ze in de problemen. Cyrus stierf, dus hun toestemming om te bouwen was weg en het geld begon op te raken. De lokale Samaritanen voerden hun agitatie tegen de terugkerende Joden op. Bovendien klaagden sommige oudgedienden dat dit nieuwe gebouw lang niet zo groots en glorieus was als de Tempel van Salomo.

Het werk aan de Tempel kwam dus volledig stil te liggen en 16 jaar lang lag de plek stof te happen. Totdat de Heer de profeten Haggai en Zacharia stuurde om het volk aan te moedigen het werk te hervatten en de bouw van de Tempel af te maken.

Haggai verzekerde het volk om “sterk te zijn … en te werken, want Ik ben met jullie … Mijn Geest blijft onder jullie, wees niet bang!”. Hij beloofde ook dat “de glorie van deze laatste tempel groter zal zijn dan de eerste.” (Haggai 2:4-5, 9)

Ondertussen voegde Zacharia eraan toe dat, hoewel het goed was om macht en kracht te hebben, uiteindelijk de Geest van God de taak van de herbouw van de Tempel zou volbrengen (Zacharia 4:6). De berg puin voor hen zou een vlakke “vlakte” worden en de “deksteen” of het voltooide werk zou tevoorschijn worden gebracht met geroep van “genade” door een volk dat gemotiveerd was om de klus te klaren. Tot slot spoorde hij het volk aan om de dag van het kleine begin niet te verachten, wat een grote bestemming voor de herbouwde Tempel betekende.

De profeet Zacharia was een echte ziener. Net als Daniël, Ezechiël en Johannes de Onthuller had hij buitengewone visioenen van zowel de huidige realiteit als toekomstige apocalyptische gebeurtenissen, vaak met krachtige engelachtige en geschapen wezens, samen met vreemde dieren of objecten die de spirituele krachten in het spel voorstelden. In hoofdstuk vier zag Zacharia twee olijfbomen olie gieten in een Menora. In hoofdstuk drie zag hij hoe Satan beschuldigingen uitte tegen Jozua, de hogepriester, en tegen de komende “Tak” – de Messias. In hoofdstuk veertien ziet hij hoe deze Messias opnieuw neerstrijkt op de Olijfberg, een moment waar we allemaal naar verlangen en waarvan we verwachten dat het snel zal gebeuren.

In hoofdstuk één zag Zacharia andere ongewone wezens en gebeurtenissen, en ik geloof dat ook die veel over onze tijd zeggen. De Joodse terugkeer naar het thuisland van hun voorouders lijkt altijd een patroon te volgen, en wat er toen gebeurde is uiterst relevant voor Israël en ons vandaag.

Eerst zag hij een man op een rood paard en andere gekleurde paarden tussen mirtebomen staan. Een engel onthulde dat ze de opdracht hebben om heen en weer te gaan over de hele aarde en verslag uit te brengen over wat ze vinden. In dit geval rapporteerden zij: “zie, heel de aarde rust rustig.” (Zacharia 1:7-11)

Nu klinkt dat misschien als een goed verslag, maar de Engel des Heren reageerde door uit te roepen: “O Heere der heerscharen, hoe lang zult Gij U niet ontfermen over Jeruzalem en over de steden van Juda, waartegen Gij deze zeventig jaar toornig zijt geweest?”

Allereerst is het interessant om hier op te merken dat engelen ook bidden, zelfs grote en machtige zoals de “Engel des Heren”. En zij lijken een zware gebedslast te hebben voor Jeruzalem!

Ten tweede is het fascinerend dat deze engel verstoord werd door de rust die op aarde heerste. Er was vrede, wat normaal gesproken als goed zou worden gezien. Maar hier betekende het dat de status quo gehandhaafd zou blijven, wat ook betekende dat Jeruzalem en de Tempel in puin zouden blijven liggen. Dus riep de engel tot de Heer: “Hoe lang zal dit duren?”

Zacharia schreef dat de Heer de engel antwoordde met goede en troostende woorden over Jeruzalem, dat God “met grote ijver ijvert voor Jeruzalem en voor Sion. Ik ben buitengewoon toornig op de volken op hun gemak; want Ik was een beetje toornig, en zij hielpen, maar met kwade bedoelingen.” De Heer voegde eraan toe: “Ik keer terug naar Jeruzalem met barmhartigheid; Mijn huis zal in haar gebouwd worden… De Heer zal Sion opnieuw troosten en Jeruzalem opnieuw verkiezen.” (Zacharia 1:13-17)

Tenslotte zag Zacharia vier horens die omringende koninkrijken of machten voorstelden “die Juda, Israël en Jeruzalem verstrooid hebben”, samen met vier handwerkslieden die “komen om hen angst aan te jagen, om de horens uit te werpen van de volken die hun hoorn tegen het land van Juda hebben opgeheven om het te verstrooien”. (Zacharia 1:18-21)

Het is dit laatste visioen dat mij zo’n bemoediging en hoop geeft over waar Israël zich vandaag de dag bevindt. De naties rond het oude Israël hadden de Joden gemakkelijk in ballingschap kunnen houden en Jeruzalem in puin, maar Zacharia was ervan verzekerd dat de Geest van God het tegengif zou voortbrengen – de vaklieden die nodig waren om de Tempel en de gevallen muren van Jeruzalem te herbouwen.

Dit Hebreeuwse woord voor “ambachtslieden” (harash – חָרָשׁ) verwijst naar steenhouwers en timmerlieden, maar ook naar architecten en ingenieurs en andere bekwame ambachtslieden. Een goed voorbeeld is Bezaleël, over wie de Heer zei: “Ik heb hem vervuld met de Geest van God, in wijsheid, in inzicht, in kennis, en in alle soorten van vakmanschap, om kunstwerken te ontwerpen, om te werken in goud, in zilver, in brons, om juwelen te snijden om ze te zetten, om hout te snijden, en om alle soorten van vakmanschap te bewerken” (Exodus 31:3-5). (Exodus 31:3-5)

De Bijbel vermeldt dat dergelijke ambachtslieden door koning Hiram van Tyrus werden gestuurd om het koninklijk paleis van David te bouwen (2 Samuël 5:11) en later waarschijnlijk aan de Tempel van Salomo werkten. Toen Israël en Juda in ballingschap werden gevoerd, werden de ambachtslieden met hen meegenomen (2 Koningen 24:14). Maar Zacharia is verzekerd dat zij door de Geest zouden worden teruggeroepen om te helpen bij de wederopbouw van het Huis van de Heer in Jeruzalem.

Toch kan het woord “ambachtslieden” ook “bekwame krijgers” betekenen. De begaafde metaalbewerkers die prachtige, sierlijke Tempelinstrumenten maken, kunnen namelijk ook sterke zwaarden en speren maken om de stad te verdedigen (zie 1 Samuël 13:19; 2 Koningen 24:16; Ezechiël 21:31). En God gebruikt deze bekwame krijgers en metaalsmeden zeker om de naties en volkeren die tegen het herstel van Israël en Jeruzalem zijn te “verschrikken” en te “verdrijven”, zelfs in onze tijd.

Wat een bemoedigend woord voor ons nu we getuige zijn van de huidige duivelse pogingen van de “horens” rond Israël om de Joodse natie en het Joodse volk juist nu te ontwortelen en te vernietigen. Al tientallen jaren proberen bittere vijanden de Joodse terugkeer naar het Land Israël te verhinderen en te dwarsbomen. Maar de Heer heeft Israël voorzien van bekwame ambachtslieden die de natie vanuit het niets hebben opgebouwd tot een hi-tech wonder en militaire krachtcentrale. Ze zijn pioniers op het gebied van waterontzilting en hebben de woestijn tot bloei gebracht. Ze hebben de microchips uitgevonden die de wereld het digitale tijdperk in hebben gestuwd. Ze hebben ons ongelooflijke medische vooruitgang gegeven en hebben machtige wolkenkrabbers laten verrijzen op louter zandduinen. Elk groot internationaal bedrijf heeft kantoren voor onderzoek en ontwikkeling in Israël om te profiteren van de hoogopgeleide vakmensen van dit land.

En wat nog belangrijker is, Israël heeft een leger van bekwame strijders opgebouwd om zich tegen veel grotere machten te verdedigen. In feite zijn veel van Israëls meest verbazingwekkende moderne uitvindingen gemaakt door mensen die uit de onderzoeksafdelingen van de IDF kwamen.

Hoe opmerkelijk is het dan om de Israëlische militaire en inlichtingendiensten de afgelopen maanden zulke verbluffende prestaties te zien leveren tegen Hamas, Hezbollah en Iran. De Iron Dome, David’s Sling en Arrow III raketafweersystemen blijken de beste ter wereld te zijn. De geheime operatie met gemanipuleerde piepers en walkietalkies die ontploften in de handen van Hezbollah-agenten was fascinerend. Israël heeft een top gevechtstank in de vorm van de Merkava IV en de volgende generatie F35 stealth jachtbommenwerpers. Een recent mediabericht beweerde dat de Arabische wereld Israël plotseling ziet als een land met mythische krachten.

Sommigen zeggen misschien dat dit komt door de Verenigde Staten of andere bondgenoten, die Israël inderdaad hebben geholpen om een kwalitatieve militaire voorsprong te behouden op elke mogelijke reeks regionale vijanden. Maar de profeet Zacharia voorspelde lang geleden al dat dit allemaal georkestreerd zou worden door de Geest van de Heer!

Hoofdfoto: illustratie van Zerubabbel die de hoeksteen legt voor de Tweede Tempel (foto: Word Press)
Geschreven door David R. Parsons, woordvoerder en vice-president ICEJ