Het volk van Israël troosten
Door Dr. Jürgen Bühler, ICEJ President
“Troost, troost Mijn volk,” zegt uw God. “Spreek naar het hart van Jeruzalem en roep haar toe dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is, dat zij uit de hand van de HEERE het dubbele ontvangen heeft voor al haar zonden.” Jesaja 40:1-2
Toen de International Christian Embassy Jerusalem in 1980 werd opgericht door visionaire leiders als Jan Willem van der Hoeven, Johann Lückhoff, Timothy King, Merv en Merla Watson, Lance Lambert en anderen, was er één passage uit de Bijbel die hen meer dan andere woorden aanspoorde. Dit waren de woorden van de Hebreeuwse profeet Jesaja: “Troost, troost Mijn volk! zegt uw God.”
Dat hemelse mandaat blijft de christelijke ambassade tot op de dag van vandaag motiveren. Het is een schriftuurlijk gebod om in liefde, vriendelijkheid en hoop voor Gods volk te staan. Het werd veel te lang genegeerd door veel kerken. Toch klinken deze woorden vandaag nog steeds, relevanter en actueler dan ooit. En ze inspireren nog steeds de visie van de ICEJ, terwijl we proberen christenen uit elke natie te verbinden met elk segment van de Israëlische samenleving, door daden van oprechte liefde en zorg voor hun welzijn en lot.
De rol van de heidenen in de verlossing van Israël
Het eerste vers van Jesaja hoofdstuk 40 is als een door God gegeven titel voor een gewichtig heilsplan dat in de loop van het hoofdstuk wordt onthuld. Hier luidt God een nieuw seizoen van herstel voor Israël in, een tijd waarin “haar oorlogvoering is geëindigd”. Het kondigt de komst aan van een “stem in de woestijn”, een bereider van de weg voor de Messias. Het hoofdstuk kondigt de komst aan van de Herder-Messias die Zijn kudde zal hoeden. Tegelijkertijd berispt God de dwaasheid van de naties om hun door mensen gemaakte afgoden te aanbidden, in plaats van de Schepper van de hemelen en de aarde. Het hoofdstuk besluit met de ongegronde klacht dat God Zijn volk is vergeten.
Het is in de context van de komende verlossing van Israël – en de wereld – dat Jesaja ons gebiedt om Gods volk te troosten. Wees je er bewust van dat God Israël niet vertelt om zichzelf te “troosten”. Het is geen boodschap voor het volk van Israël om alleen maar hun tanden te knarsen en te hopen op betere tijden. In plaats daarvan beveelt God een ander volk dat de Heer kent om “Zijn volk te troosten”. En vanwege deze heidense barmhartigheid zal een volk verpletterd door 2000 jaar ballingschap, pogroms en antisemitisme “hun hoofd opheffen”, zoals we verkondigen: “Zie uw God”. Er is inderdaad een nieuw seizoen van herstel begonnen voor Israël. En het is een eindtijdmissie voor de ware Kerk, vóór de wederkomst van Jezus, om naast Zijn eigen volk te staan en het hoop te geven door te verklaren dat “de tijd om Sion gunstig te stemmen is gekomen” (Psalm 102:13).
God gebiedt ons om “teder te spreken tot Jeruzalem”. De oorspronkelijke Hebreeuwse tekst zegt: “spreek tot het hart van Jeruzalem”. Er is geen theologische of intellectuele discussie nodig, maar een boodschap die het hart raakt en omhoog leidt naar God. Hier hebben we de Heilige Geest hard nodig, en we moeten het demonstreren door liefde in actie, die meer zegt dan woorden. Meer dan onze uitingen van solidariteit en spijt, moeten we praktische daden van vriendelijkheid nastreven, zoals toen de ICEJ hielp bij de bouw van een synagoge in Ma’ale Adumin op de 50e verjaardag van Kristallnacht. Zoals voormalig ICEJ-voorzitter Leif Wellerop altijd zei: “Onze liefde moet handen en voeten hebben.”
Deze passage brengt ook de boodschap over: Vertel Israël dat “haar oorlogvoering is beëindigd en haar zonden vergeven zijn” (ESV). Deze en vele andere passages in de Schrift onthullen dat Israëls herstel naar hun thuisland betekent dat God is overgegaan van oordeel naar verlossing. Een meer passende vertaling van de Hebreeuwse uitdrukking “uw zonden zijn vergeven” zou zijn: “Uw zonden zijn volbracht”, of “God handelt niet meer met u in overeenstemming met uw zonden”. In feite zou onze boodschap moeten zijn dat Israël al “het dubbele heeft ontvangen voor haar zonden”. Er is ongetwijfeld geen ander land dat meer heeft geleden dan de Joden. Maar nu vraagt God de Kerk om in liefde te verkondigen dat het grootste hoofdstuk in hun hele geschiedenis op het punt staat zich te ontvouwen. Dit gebod om Israël redding te verkondigen wordt herhaald in Jesaja 62:11, waar staat: “Zie, de HEERE heeft het doen horen tot aan het einde der aarde: Zeg tegen de dochter van Sion: Zie, uw heil komt, zie, Zijn loon heeft Hij bij Zich en Zijn arbeidsloon gaat voor Hem uit.”
God wil zelfs de uiteinden van de aarde mobiliseren om met Israël over haar redding te spreken. Daarom heeft de ICEJ een heel duidelijke visie: Christenen uit alle landen van de wereld verbinden met elk segment van de Israëlische samenleving. We zijn dankbaar voor een groeiend netwerk van meer dan 90 nationale vestigingen over de hele wereld en voor supporters in meer dan 170 landen. Een van de hoogtepunten op elk Loofhuttenfeest is wanneer de naties van de eilanden in de Stille Oceaan van “de uiteinden van de aarde” komen om hun liefde en vriendschap aan Israël te tonen. Het is een tijd van tranen die over blije gezichten stromen.
Vandaag heel Israël bereiken
Na veertig jaar trouw deze oproep te hebben gevolgd om Gods volk te troosten, weten we dat dit mandaat moet worden doorgegeven aan een nieuwe generatie. In 1980 was het Joodse volk nog niet zo ver verwijderd van de Holocaust in het christelijke Europa. Destijds identificeerden veel Israëli’s het christendom met Duitsland – het land van Maarten Luther en de Reformatie die net Europa in vuur en vlam had gezet met een maalstroom van antisemitisme die het leven kostte aan zes miljoen joden.
Daarom vereiste de taak van de vroege pioniers van de Christelijke Ambassade niet alleen geduld maar ook vastberadenheid om door te gaan, zelfs als hun liefde voor Gods volk niet werd beantwoord. Maar door synagogen te bouwen, zwembaden voor gehandicapten en opvangcentra voor nieuwe immigranten, en door tienduizenden Joden te helpen om Aliyah naar Israël te maken, maakten de achterdocht jegens christenen langzaam plaats voor het besef dat evangelische christenen tegenwoordig de beste vrienden van Israël zijn – zoals herhaaldelijk is bevestigd door veel Israëlische leiders. Van Knesset-leden tot gewone mensen bij de markt, een van de meest voorkomende refreinen die we de afgelopen 40 jaar van Israëli’s hebben gehoord, is: “Nu weten we dat we niet alleen zijn!”
Tegenwoordig heeft onze bediening van troost aan Israël veel facetten en probeert het alle verschillende segmenten van de Israëlische samenleving te raken. Moderne Israëli’s zijn zowel jonge hi-tech vernieuwers in Tel Aviv als traditionele boeren en fabriekseigenaren in Judea en Samaria die enorme moed en visie tonen door industriële hubs te bouwen om hun Palestijns-Arabische buren in dienst te nemen. We bereiken de resterende 180.000 overlevenden van de Holocaust die nog steeds in Israël wonen. We helpen het Joods Agentschap om meer Joden terug te brengen naar het land van hun voorouders. We helpen ook de verschillende minderheden in Israël – of het nu Arabieren, moslims, christenen, Druzen of bedoeïenen zijn. En hoewel dit werk in het verleden vooral eenrichtingsverkeer was, zien we tegenwoordig steeds meer dat onze liefde wordt gewaardeerd en dat onze vriendschap nu beantwoord wordt door meer samenwerking en partnerschappen met de Knesset, het Joods Agentschap, Yad Vashem en vele andere instellingen in Israël.
Een ander belangrijk aspect van ons werk is ons standpunt met het groeiende Messiaanse lichaam in Israël. In het verleden vaak verbannen, wordt deze groep nu meer geaccepteerd in de reguliere Israëlische samenleving. Ze dienen in de hoogste gevechtseenheden van het Israëlische leger, in vooraanstaande advocatenkantoren, als onderzoeksprofessoren en zelfs in overheidskantoren. Ze vertegenwoordigen een essentiële verbinding voor ons met Israël, die teruggaat naar de wortels van ons christelijk geloof. Na 2000 jaar is er vandaag opnieuw een dynamisch lichaam van Joodse gelovigen in Yeshua (Jezus) hier in Israël. Het waren hun Joodse voorouders in het geloof die Jeruzalem verlieten in de dagen van de apostelen en het goede nieuws van hun Messias naar alle uithoeken van de wereld brachten. Vandaag zijn ze terug in het land, wachtend op de beloofde hoop van Israël, en het is ons voorrecht om hen bij te staan.
Dit betekent dat onze bediening er is voor heel Israël. Of het nu Joden of niet-Joden zijn, we zegenen hen, ondersteunen hen en tonen hun de liefde van Christus op praktische manieren namens wedergeboren gelovigen van over de hele wereld. Ik nodig je uit om met ons mee te gaan op deze spannende, verlossende reis. God opent niet alleen een nieuw hoofdstuk voor het volk van Israël, maar Hij nodigt ons ook uit om deel te nemen aan het schrijven van dit ongelooflijke verhaal. Wat een voorrecht om vandaag te leven en met onze eigen ogen te zien hoe Zijn heilsplan zich ontvouwt!