India is een uitgestrekt subcontinent en het meest bevolkte land ter wereld, met bijna 1,5 miljard mensen, en heeft China onlangs voorbijgestreefd. Het bestaat uit 28 staten en is enorm gevarieerd qua landschap, klimaat, cultuur of talen. Er zijn 22 officiële talen en honderden lokale dialecten. Hoewel christenen slechts 2,3 procent van de bevolking uitmaken, hebben we het nog steeds over bijna 35 miljoen gelovigen!

Hoe kan de ICEJ zo’n grote wereld bereiken? Er is een leider nodig met vooruitziende blik, strategie en consistentie. Niets is onmogelijk met God. Zoals we allemaal weten, gebruikt de Heer zijn dienstknechten die zijn toegerust voor het werk van de bediening. In het geval van India is dat onze dierbare bisschop Meka Padma Rao, ook bekend als broeder Danny. Hij startte de ICEJ-vestiging in India meer dan tien jaar geleden met niets anders in handen dan een officiële brief van het hoofdkantoor in Jeruzalem.

Tegenwoordig houdt hij toezicht op een landelijk netwerk van 120 vrijwilligers en heeft hij vertegenwoordigers in bijna elke deelstaat. Sinds ik begon in mijn functie als vicepresident voor Internationale Zaken, ben ik ieder jaar in India geweest, met uitzondering van de tijd van de Covid-lockdowns, en ben ik getuige geweest van grote vooruitgang en groei. Er is nu een officieel geregistreerde juridische entiteit die alle lokale uitgaven kan dekken. Ze exploiteren ook hun eigen website. Er is een toenemende belangstelling onder Indiase gelovigen om onze jaarlijkse bijeenkomst van het Loofhuttenfeest in Jeruzalem bij te wonen. Het allerbelangrijkste is dat ik een groeiend aantal zorgvuldig geselecteerde leiders heb ontmoet die de visie en roeping van de Christelijke Ambassade hebben omarmd.

Ik bracht mijn laatste bezoek aan India in mei met twee doelstellingen voor ogen: de reeds gevestigde groepen versterken en nieuwe wegen inslaan. De teams in Mumbai, Chennai en Bangalore zijn het meest ontwikkeld. Ze hebben voor Israël gebeden, aan Israël gegeven en gretig actuele informatie uit het Land ontvangen, vooral op het oorlogsfront.

Tijdens een bezoek aan de noordoostelijke staat Nagaland hebben we nieuwe wegen betreden. Ik was verrast toen ik hoorde dat Nagaland een overwegend christelijke staat is, een vrucht van Amerikaanse missionarissen die eind 18e eeuw kwamen en de koppensnellersstammen in vrome christenen veranderden. Overal zie je kerken en kruisen. Het was hartverwarmend om op een zondagochtend tientallen mensen in hun beste kleren te zien, met de bijbel in hun handen, op weg naar de diensten in een plaatselijk heiligdom.

Ik was ook getuige van de vruchten van onze online gebedsinitiatieven. We werden vergezeld door Simon Paul en zijn vrouw Sarah, die dienen als nationale gebedscoördinatoren van de ICEJ voor India. Simon heeft hartstochtelijk mensen uitgenodigd voor onze dagelijkse Global Prayer Gathering en de maandelijkse Rosh Chodesh-gebedsketen. Het bezoek aan Nagaland opende nieuwe kansen voor ICEJ in het noordoosten van India.

De situatie in India verschilt van staat tot staat. In sommige gebieden lijden christenen onder vervolging. Het is belangrijk om te blijven bidden voor deze geweldige natie.

Geschreven door dr. Mojmir Kallus, vice-president voor Internationale Zaken